Categories
Bon Gobernacion

Een flinke klap voor de politieke cultuur om “dingen te fixen”

Een flinke klap voor de politieke cultuur om “dingen te fixen”

We hebben het vervolg van de openbare vergadering betreffende ‘Het opzeggen van het vertrouwen in de Minister van Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening’, die 31 juli 2020 was begonnen, met veel aandacht gevolgd.

Wat Minister Lopez-Tromp onder de huidige omstandigheden ‘geforceerd’ was te doen, in tegenwoordigheid van de leden van ons Parlement verklaring afleggen over de gevallen van corruptie die zij in haar ministerie is tegengekomen, is iets dat RAiZ in het volgende kabinet van alle ministers zal eisen. We zullen niet zitten wachten totdat er een motie van wantrouwen wordt ingediend die de ministers ‘forceren’ bepaalde zaken aan het licht te brengen.

In 2017 heeft RAiZ al aangegeven dat Aruba een Minister van Integriteit nodig heeft. De reden hiervoor is dat corruptie mogelijk is vanaf het niveau van ministers naar beneden toe, dus je kunt corruptie niet alleen aanpakken op het niveau van ambtenaren. Er kan niet verwacht worden dat een hoofd van dienst de rol van klokkenluider op zich zal nemen als er een kans bestaat dat zijn leidinggevende (minister) zelf corrupt is. Het is te begrijpen dat geen enkel persoon zijn/haar nek zal uitsteken als je daardoor het risico loopt je baan te verliezen.

In de vergadering van woensdag was duidelijk te merken dat deze angst terecht is gezien de manier waarop de minister door de leden van het Parlement is behandeld. In plaats van waardering voor het aanpakken van corruptie werd ze geconfronteerd met ondervragingen en haar verklaringen werden gebagatelliseerd.

In plaats dat er gevraagd werd wat het Parlement kan doen om haar te helpen in haar inspanning om de corruptie binnen haar ministerie tegen te gaan eisten ze van de minister om bewijsstukken over te dragen waarvan iedereen weet dat ze deze niet zomaar vrij kan geven. En dat terwijl de leden van het Parlement niet eens van hun stuk waren gebracht over het groot aantal zaken die de minister naar voren heeft gebracht.

Laten we ons even goed realiseren wat zich woensdagavond heeft afgespeeld. Een minister van Aruba heeft verklaard aan het Parlement tijdens een openbare vergadering hoe zij een ministerie heeft geërfd die diepgaand is aangetast door corruptie, en de eerste reactie die ze van ons Parlement krijgt is dat het probleem van corruptie eigenlijk een probleem van ‘perceptie’ is. Hoe kan men van ambtenaren verwachten dat ze naar voren komen terwijl zelfs een minister op deze manier wordt behandeld als zij haar bevindingen wil doorgeven?

In de Aruba van de toekomst zullen alle ministers tweemaal per jaar aan de leden van het Parlement, gedurende een openbare vergadering, verslag moeten geven over de gang van zaken en de stappen die genomen zijn wat betreft het voorkomen van corruptie en het stimuleren van integriteit binnen hun ministerie. Het kan ook niet zo zijn dat de ministers bewijsstukken met betrekking tot corruptie ‘verzamelen’ en deze dan in een lade bewaren en pas voorleggen als het hun uitkomt, of misschien helemaal niet voorleggen. Door de ministers te verplichten verantwoording af te leggen aan de gehele bevolking krijgt iedereen te zien wat er in werkelijkheid aan de hand is. De ministers geven verslag aan het Parlement en het volk, zoniet dan zal de Minister van Integriteit deze rol op zich nemen met behulp van o.a. de Bureau Integriteit en de Ombudsman zodat deze twee entiteiten geen ‘tijgers zonder tanden’  worden die alleen maar rapporten maken om lades te vullen. Voor RAiZ is dit vereiste een integraal onderdeel van de coalitie overeenkomst.

Het is een schande om gedurende een openbare vergadering in het Parlement geconfronteerd te worden met een hele waslijst van dingen die via-via zijn ‘ge-fixed’ of die klaar stonden om te ‘fixen’, en dat allemaal binnen één Ministerie. En het is treurig  hoe de leden van het Parlement nauwelijks interesse toonden om de minister een eerlijke kans te geven om vrijuit te praten. Ze hebben het voor elkaar gekregen om de vergadering onnodig te rekken zodat de minister pas na middernacht aan het woord kwam, toen de meeste mensen al naar bed waren gegaan. De avond is beëindigd met een symbolisch gebaar, een motie dat de minister een aanklacht moet indienen bij het Openbare Ministerie.

Het wantrouwen dat POR heeft geuit tegen hun eigen minister heeft uiteindelijk een grotere wantrouwen geschept van het volk in hun Parlement.